VISVIJVERS
Karpers op visvijvers zijn niet gek. Door de hoge hengeldruk azen ze erg voorzichtig. Zelfs bij de grootste vissen is een subtiele aanpak vereist. Daarnaast zijn vissers op dit soort wateren altijd opzoek naar dat voer wat het verschil kan maken. We gingen op pad met Arca pro-staffer Bas Boersma; hij gebruikt wel een heel bijzonder voer!
Tekst & fotoās: redactie Beet
We ontmoeten Bas aan de wedstijdvijver van visvijvers āt Mun nabij Appeltern. Deze vijver staat bekend om het bestand aan grote karper. Bij vrij vissen is uitsluitend de vaste hengel toegestaan en dan moet je daarmee kleppers van gemiddeld genomen 6 kg temmen. Maar vissen van om en nabij de 20 pond zijn geen uitzondering! Het zijn dus met name grote karpers die hier de klok slaan. Daarmee is het bestand wezenlijk anders in vergelijking met andere vijvers, waarbij veelal vissen van een tot drie pond de standaard zijn. Die grote karpers stellen je voor een uitdaging op meerdere vlakken!
DIRECT AASBELLEN
Als we de topsets van Bas bekijken, dan valt op hoe subtiel de montages zijn. Dobbertjes van 0,2 tot 0,3 gram en op Ć©Ć©n topset zit zelfs een 14/00 lijntje, terwijl we hier van doen hebben met grote vissen. Is dat niet te licht? āBij grote karpers denk mensen gelijk aan stevig materiaal; een verfijnde aanpak zou niet nodig zijn om dit slag vissen te vangen. Echter, dit is vaak niet waar! Juist deze grote vissen zijn in de loop der jaren door schade en schande wijzer geworden. Hoe dikker je vist, des te minder beet ga je krijgen.ā Bas voorspelt dat we vandaag gaan zien hoe lastig het kan zijn om op een visrijk water als dit een aanbeet te verzilveren. Verwacht hier niet even twintig karpers te gaan vangen. Tijdens wedstrijden worden hier soms maar tien karpers de man gevangen, maar dan spreek je doorgaans wel over totaalgewichten van 60 tot 70 kilo!
Hoe geslepen de karpers hier zijn blijkt in de eerste fase van de sessie, nadat Bas een eerste cup geheel gevuld met hennep en maden op elf meter brengt. āOp een vijver als deze moet eigenlijk al vrij snel na het aanvoeren vis op de plek komen.ā Dat eerste scenario verloopt volgens plan, want al na enkele minuten worden aasbellen aan de oppervlakte zichtbaar. De karpers azen duidelijk op het gebrachte voer. De montage wordt op de stek gedropt en met al die activiteit verwacht je vrijwel direct een beet. De dobber dipt snel onder en Bas zet de haakā¦ mis! Ook de volgende beet wordt gemist. Bas legt uit dat je niet een klassieke aanbeet moet verwachten waarbij de dobber rustig uit het water komt en langzaam schuin wegloopt. De beten waarop Bas reageert zijn minuscuul. Dit heeft alles te maken met het aangepaste aasgedrag van de gedresseerde vissen; de twee maden worden even kort geproefd maar net zo snel weer uitgespuwd. Op deze beten moet je razendsnel proberen te reageren en in veel gevallen ben je te laat, dat is nu eenmaal het spelletje bij deze visserij. Om snel te reageren houdt Bas de opslag tussen de 15 en 20 cm lang, bij winderig weer wordt deze iets langer gehouden en plaatst hij twee droppers erbij om de montage stabiel te houden.
———————————————————————————————————————————–
OP ELF METER
Elastiek: 2,1 mm, opslag van 15-20 cm, maar vanwege de wind vandaag iets langer.
Lijn: 14/00 rechtdoor, omdat je op deze wijze zo min mogelijk zwakke plekken (knopen) hebt. Tijdens wedstrijden wel onderlijnen om snel te kunnen wisselen.
Dobber: 0,2 grams model dat superscherp is uitgelood als een staande haak (minder weerstand) met tien tot twaalf kleine loodjes (gespreide loodzetting).
Haakaas: Twee tot vier maden op een maat 18 Trabucco 666XK haak.
———————————————————————————————————————————–
Bij de derde poging is het wel raak en schiet het elastiek gelijk ver uit de top. Tegen de eerste run heeft hij niks in te brengen. En hoe harder je in deze fase gaat trekken des te harder en wilder gaat de karper terug trekken, laat Bas ons weten. Daarom wijst hij de hengel in een rechte lijn met de vis, parallel aan het water. Dat blijft hij doen tot na het afsteken van de hengel. Pas als de vis op schepbare afstand is brengt hij de hengel omhoog om de karper richten oppervlak te sturen. Het blijkt een langgerekte schub te zijn, de eerste vis is binnen!
BEET, OF NIET?
Een volgend fenomeen dat we moeten bespreken zijn lijnzwemmers. De combinatie van veel azende vis ā zeker de grote exemplaren kunnen voor sterke wervelingen zorgen ā en fijne montages zorgt voor uitdagingen bij de beetindicatie. Als beginnend vijvervisser zal het enige tijd kosten om een lijnzwemmer of lijnbeet van een echte aanbeet te onderscheiden. Op deze beten moet je niet reageren, want niet zelden zul je zo een karper vals haken. Zo wil je een vis niet vangen. En zoals we allemaal weten: aan een vals gehaakte vis heb je de handen vol, ze vechten een stukje harder en slopen je montage. Als je geluk hebt schiet deze binnen enkele tellen los, maar anders zullen ze stek op stelten zetten en zodoende andere vissen nog schuwer makenā¦
Ook vandaag passeert een scala aan lijnbeten de revue; de dobber gaat pijlsnel onder en staat binnen no time weer op de oorspronkelijke diepte. Ook zien we hoe de lijn langzaam opzij wordt geduwd, waardoor de dobber onder water verdwijnt ā of juist de bovenantenne centimeters omhoog komt. āJe zou de lijnbeten beter kunnen onderscheiden door niet met een staande haak te vissen ā wat ik nu prefereer ā en een stukje van de onderlijn plat op de bodem te laten liggen. Ook met een zwaardere dobber kun je die valse aanbeten beter onderscheiden. Dat ga ik later in de kant wel toepassen, maar niet op open water op elf meter afstand.ā Hier schuilt gelijk de paradox, want als je dit op elf meter gaat doen, dan ga je beduidend minder beten krijgen! In de margin wel, maar dat is een ander verhaal, daarover straks meer.
Kortom, op open water vist Bas graag subtiel: een staande haak en slanke dobbertjes van 0,2 tot 0,3 gram. Een gespreide loodzetting zorgt voor een natuurlijk afzinken van het haakaas. Ook wordt na aasopname de weerstand geleidelijk opgebouwd, dit in tegenstelling tot bij een gegroepeerde loodzetting, waarbij de vis na aasopname op een compacte loodzetting āstuitā.
PLACE KEEPERS
Bij grote karper denk je automatisch ook aan fors aas, zoals mais uit blik en flinke pellets. Op de aastafel staan echter enkele ākleineā verrassingen. Hennepzaad en maden; klassiek aas dat je verwacht bij een traditionele visserij op voorns. Maar ook wormen en last but not least couscous en babycorn. In de auto heeft Bas ook nog een zak bulger staan.
ANDERS DAN ANDERS
āHennepzaad is, zoals de Engelsen dat noemen, een echte āplace keeperā. Als je een flinke hoeveelheid voert, dan houdt dit de karpers wel even bezig op de stek.ā En dat is met het formaat karpers dat hier zwemt wel een voordeel. Wat betreft bijvoeren is de aanpak best fors. Regelmatig lost hij een volle 350 ml pole cup op de stek. āJa, dat zijn inderdaad flinke hoeveelheden, maar wat denk je dat een paar karpers van 15 pond wegvreten?ā
Nog fijner van formaat zijn de couscous en de bulger, waarbij de eerst genoemde nog net een tikje kleiner is en bulger wat āgroverā. Heel geschikt om een voerplek mee te maken en het houdt net als de hennep de vis wel even bezig. Als je met maden, worm of stukje babycorn erop vist, dan valt dit direct op. āOm couscous is dit jaar een hoop te doen op visvijvers. Het is een geweldig aas en je ziet dit (tijdens wedstrijden) al op verschillende wateren terug.ā Couscous neemt een grote volume water op en de hoeveelheid voer die je uit Ć©Ć©n verpakking haalt is enorm.
Tussen alle tekst en uitleg heeft Bas ondertussen al een aantal vissen gevangen op elf meter. Vissen van zoān zes tot acht pond. Op veel commercials echte bonusvissen, maar Bas weet wat voor formaat hier zwemt en hoopt op nog iets veel groters.
———————————————————————————————————————————
COUSCOUS ā BEREIDING
Couscous bestaat uit tarwemeel en water. Het meel wordt gestoomd en zo ontstaan korrels, die nog wel gedroogd worden alvorens ze de verpakking ingaan.
Bas mengt 1 deel couscous met 1,5 deel koud water. Afgieten is niet nodig, al het water wordt opgenomen. Voor gebruik even goed met een vork los maken. Het is belangrijk om koud water te gebruiken, dus geen kokend water. Het resultaat zijn korrels die goed zinken en minder plakken. Gebruik je heet water, dan zal de couscous langzamer zinken en bovendien veel meer plakken. āDat wil je niet, want dan ontstaan klonters. Je wilt dat het geheel los is; het mag op de bodem best een beetje stuivenā.
———————————————————————————————————————————
EEN METERJE?
Op dit soort wateren vis je nooit een hele dag op dezelfde plek. Althans, om het beste uit je dag te halen wat betreft vangen moet je schakelen op meerdere fronten, en visafstand is daar Ć©Ć©n aspect van. āOp visvijvers zie je vaak dat de visserij dicht tegen de kant productief wordt tegen het einde van de dag. En gemiddeld genomen zijn dit vaak de grotere vissen. Op open water vang je deze ook, maar de āmarginā is de plek om gericht de grootste vissen te belagen.ā Best apart, als je bedenkt dat het kantje op openbaar water juist in de vroege ochtend een goede stek is.
Vandaag wilde het dicht tegen de kant gewoon niet lopen, ondanks herhaalde pogingen (naar links en rechts) en tot ongeloof van Bas. āGeen aasbellen, geen lijnzwemmer of enige indicatie! Dat heb ik hier nog nooit meegemaakt. Er moet iets anders aan de hand zijn.ā Een ārandjeā van het dramatische regenfront, wat Nederland en onze buurlanden teisterden, had ervoor gezorgd dat het waterpeil van de vijver met zoān 20 cm was gestegen. Bij aankomst moest er eerst tot 10:00 uur geschuild worden vanwege extreme neerslag. āRegen activeert de vissenā, wordt wel eens gezegd, maar zoān bak koud water erbij, dat moet wel invloed hebben op het aasgedrag…
———————————————————————————————————————————-
BIJ DE KANT
In de margin vist Bas wat steviger dan op elf meter. De Trabucco GNTX Carp 4004 vaste hengel is precies voor dit zwaardere werk ontworpen, een tophengel. Op de margin topsets vist hij met 18/00 rechtdoor en een 0,3 grams dobber. Dit betreft een meer bol- tot ovaalvormig model met een dikke antenne door stabiliteit. Ook de overdiepte, circa 3 cm plat op de bodem, draagt hier aan bij.
———————————————————————————————————————————-
Iets verder uit de kant, op zoān anderhalve meter, ziet Bas steeds vaker wervelingen. Het is hier wat dieper dan direct tegen de kant; qua afstand scheelt het slechts een metertje. Willen ze hier wel azen? Het antwoord komt vrij snel, want al enkele minuten na het voeren van een volle cup couscous komen de aasbellen tevoorschijn en de eerste, voorzichtige beten. Zo blijkt maar weer eens dat een kleine aanpassing een groot verschil kan maken, want de vis blijkt tot aan het einde van de sessie er niet meer weg te slaan.
āIk vis hier met een 0,3 grams dobber en een klein stukje van de onderlijn plat op de bodem. Het effect van lijnzwemmers en wervelingen is in de kant nog groter dan uit de kant, dus met deze aanpassing zorg ik voor een meer stabiele presentatie en kan ik beter echte beten waarnemen. Vaak azen ze later op de dag en in de margin ook minder schuw, waardoor ik deze aanpassing ten opzichte van de staande haak presentatie durf door te voeren. Daarnaast vis ik ook een tikje zwaarder. Vanmorgen begon ik met 14/00, later stapte ik over naar 16/00 op volle lengte en hier in de kant nu 18/00. Dat is overigens de dikste diameter die ik gebruik.ā
ANDERS DAN ANDERS
De eerste vis van deze stek komt op de kant, geen grote vis zoals gehoopt, maar er zwemmen er nog meer. Wat vandaag ook anders is dan normaal: de beten in de kant blijven uiterst voorzichtig. Toch lukt het Bas om nog enkele mooie karpers te strikken, waarvan de grootste een spiegelkarper van geschat zoān 15 pond zwaar.
Helaas lukt het niet om een 20-ponder voor de camera te krijgen, maar je moet het beste maken van de omstandigheden. We hebben het spelletje tussen vis en visser van dichtbij kunnen aanschouwen. Het zijn juist de lastige dagen, waarop de vis moeizamer of anders aast, die het nodige aanpassingsvermogen van de visser vragen. Vandaag was veel anders dan anders. De dingen die je dan leert zijn niet verloren. Sterker nog, het zijn volgens velen de dagen waarop je het meest leert!