Onder witvissers is het thema ‘voer’ één van de meest besproken onderwerpen. Samen met allround witvisser Bas Boersma nemen we de vraag ‘wat is een goed voer?’ onder de loep. Maar een goed voer verdient ook de juiste bereidingswijze en inzet, dus zullen we dit ook belichten. Een zeer compleet artikel over bereidingswijze en toepasbaarheid van lokvoer onder verschillende omstandigheden.
Tekst & foto’s: Redactie Beet
Om de eerste vraag te beantwoorden – wat is een goed voer? – hebben we met Bas afgesproken bij de productielocatie van het Eurofish voer, het voermerk van Arca. “Laat ik voorop stellen dat slechte voertjes bijna niet meer bestaan”, zegt Bas. De winst valt met name te behalen in kwaliteit en versheid. “Voor mij is heel belangrijk dat een voer vers is. Een voer met verse ingrediënten heeft simpelweg een hogere aantrekkingskracht. Een voorbeeld: in een kant-en-klaar voornvoer zit vaak gemalen hennepzaad. Dat is precies zo’n ingrediënt waarvoor geldt ‘hoe verser, des te beter’. Kortom, kwaliteit is belangrijk, en dat ligt deels in de versheid van de producten.”
Strenge eisen
Een visvoer valt juridisch gezien onder diervoeders en vanuit de EU zijn er sinds een aantal jaren strikte regels opgesteld waar visvoer aan moet voldoen. Dat heeft enerzijds te maken met ingrediënten, maar ook zijn er verplichtingen van zaken die op de verpakking vermeld moeten worden. Er wordt wel eens gekscherend gezegd dat een visvoer aan meer eisen moet voldoen dan het voedsel dat wij mensen voorgeschoteld krijgen…
Kortom, de vraag ‘wat is een goed voer?’, is dus ook een thema dat de autoriteiten bezig houdt. Binnen de hengelsport is algemeen bekend dat de controle en handhaving op de regels in België zeer streng zijn. Onaangekondigde inspecties, monsters van voer en ingrediënten nemen; het is een wekelijks terugkerend fenomeen.
Wanneer we de productielocatie van het Eurofish voer in stappen verwachten we grootschalige machines voor massaproductie, maar met één productielijn blijkt het tegendeel waar. Het is geen doel om een enorme voorraad te hebben, maar te produceren naar gelang de vraag van dat moment. Zo zijn winkeliers en ook vissers gegarandeerd van vers lokvoer.
Aan de waterkant
We maken een vervolgafspraak met Bas aan de waterkant. We lopen direct tegen het feit aan dat je op één water nooit alle mogelijkheden van voer kunt laten zien. Waarom? Ieder water is anders. De visstand, visbezetting, waterdiepte, stroming, bodemstructuur, vegetatie, wel of geen scheepvaart; het zijn enkele van de belangrijkste factoren die bepalen welk type voer je gebruikt en hoe je het klaarmaakt. We leggen Bas een aantal vragen voor. Het blijkt dat de keuze van het voer, de verschillende ingrediënten, maar zeker ook de bereiding de nodige aandacht vragen en zeker ook afhankelijk is van de type visserij. Feedervissen of vaste hengel bijvoorbeeld.
Waar moet voor jou een goed voer aan voldoen?
“Een goed voer moet met name vers zijn. Vroeger mengde ik het voer zelf van allerlei losse ingrediënten, maar tegenwoordig gebruik ik alleen nog de kant en klare lokvoeders. Wel gebruik ik soms toevoegingen. Deze kant en klare voeren bestaan uit natuurlijke producten die hun kracht en werking verliezen als het te oud wordt. Geuren en smaken komen veel minder goed vrij of zijn zelfs deels verdwenen. De reden dat ik kant en klare voeren gebruik in plaats van zelf samengestelde voeren is tweeledig. Op de eerste plaats zijn de meeste samengestelde voeren van een prima kwaliteit. Er is voor alle vissoorten en visdisciplines wel een voer te krijgen. Op de tweede plaats scheelt het veel tijd, energie en opbergruimte. Continu op zoek naar aanvulling van je verse ingrediënten, deze bewaren in bakjes en emmers en ergens koel, donker en droog bewaren. Duivenmest bij een duivenmelker halen, zeven en invriezen. Oud brood verzamelen, drogen en malen en ga zo maar door.”
Een accuboormachine met mixer wordt veel gebruikt. Hoe gebruik jij dit hulpmiddel en zijn er situaties denkbaar waarbij je juist enkel met de hand je voer mixt?
“Wanneer ik grotere hoeveelheden voer moet bevochtigen gebruik ik graag een boormachine. Daarmee verdeel je het vocht in het voer sneller en gelijkmatiger dan wanneer je het met de hand moet doen. Wanneer je een paar kilo droog voer met de hand gaat mengen is het vocht al in bepaalde voerdelen opgenomen voor je klaar bent met zeven. Maar ook als ik met de boormachine het voer met water heb gemixt zeef ik het uiteindelijk altijd nog na. Bij kleinere hoeveelheden voer, als ik bijvoorbeeld een kilootje feedervoer bevochtig, gebruik ik nooit een boormachine, dan gaat het gewoon met de hand. Met de hand mengen en zeven geeft toch ook nog altijd een beter gevoel van het voer.”
Hoe bevochtig en bereid jij een kant-en-klaar voer uit een pak? Welk stappen doorloop je?
“Het mooie van die kant en klare voeren is dat de bereiding ervan uitermate simpel is. Je gooit het in een bak, water erbij, mengen, zeven en klaar. Waar ik wel verschil in maak is hoe ik het voer bevochtig. Wil ik een werkend voer, dus dat er voerdeeltjes loskomen en zich in de waterkolom verspreiden, dan maak ik het voer liever aan de waterkant aan en probeer ik het niet al te vochtig te maken. Meestal doe ik er één of twee keer water bij. Bij voer wat op de bodem moet blijven, zogenaamd ‘dood’ voer bevochtig ik het voer het liefst de avond van tevoren in drie keer. Op die manier zorg je ervoor dat alle voerdelen de tijd krijgen om de maximale hoeveelheid vocht op te nemen waardoor ze ook echt zinken.”
Hoe speel je in met voer op de vissoorten? Waar moet een goed voornvoer of brasemvoer aan voldoen?
“Deze vraag is simpel en ingewikkeld tegelijk. Naar mijn mening is het soort lokvoer niet heel erg van belang. Wat met name belangrijk is dat je het op de juiste manier aanmaakt en nog veel belangrijker hoe veel en hoe vaak je voert al dan niet met aas in je voer. Het enige waar ik wel echt onderscheid in maak is of het voer zoet of juist kruidig is. Specifieke voornvisserij vraagt om kruidige voertjes, voor het vissen op grote vis zoals brasem mag het voer best zoet zijn en als je meer karpergericht vist dan is vismeel een belangrijk bestanddeel. Dat is het simpele gedeelte, maar in bijvoorbeeld de wedstrijdvisserij vis je niet altijd specifiek op één soort vis, heb je te maken met wel of geen stroming/trek, weersomstandigheden, diepte, helderheid van het water en heel veel vissers op een rij. Die omstandigheden zorgen dan toch wel voor een aanpak op maat.”
Is er een wezenlijk verschil tussen een voer voor de vaste hengel en de feederhengel?
“Ja en nee. Afhankelijk van waar je vist en wat je verwacht te vangen maakt het eigenlijk niet zoveel uit waar je mee voert. Als je maar inspeelt op de omstandigheden zoals wel of geen stroming bijvoorbeeld. Maar wat bij het feederen heel belangrijk is, is dat het voer goed uit je korf moet komen. Nou is dat op stromend water al een stuk gemakkelijker, want de stroming duwt je voer wel enigszins uit je korf. Op stilstaand water gaat dat niet geheel vanzelf. Daarom hebben feedervoertjes vaak ingrediënten die ervoor zorgen dat het voer uit de korf wordt gedrukt. Natuurlijk bepaalt de vochtigheid en kleefkracht van het voer ook voor een groot deel hoe gemakkelijk het voer los komt, of het nou in een voerkorf zit of een bal is die je cupt of gooit.”
Er wordt wel eens gezegd ‘voer dient enkel het doel als drager van los aas’. Is dit niet te kort door de bocht?
“In zekere zin is het waar dat je het voer met name gebruikt voor het transporteren van je aas. Heel zwart-wit gezien is het voer om de vis te lokken en het aas zorgt ervoor dat de vis op de stek blijft. Maar dat wil niet zeggen dat het voer wat je gebruikt geen waarde heeft, anders zou je je aas in willekeurig wel voer dan ook kunnen stoppen.
Vissen kunnen ruiken en proeven en lokvoer wordt vaak eerder waargenomen dan aas. Delen van je voer zullen een groter gebied rond je visplek bestrijken dan het aas wat je erin stopt. Dat neemt niet weg dat bijvoorbeeld geknipte wormen ook een hele attractieve geur verspreiden. Het is de kunst om de juiste balans te vinden tussen de hoeveelheid voer en aas die je gebruikt om de vis niet te overvoeren, niet te weinig te voeren, maar de vis geïnteresseerd te houden zodat ze op je stek blijven en het haakaas snel zullen pakken.”
Beginners vragen zich vaak af; welk voer heb ik nodig? Maakt de (beoogde) vissoort nog uit?
“Om te weten welk voer je nodig hebt als je gaat vissen, is het van belang te weten waar je gaat vissen en wat je wilt vangen. De lokale hengelsportzaak kan je vaak de beste tips hierover geven. Als het een water is waar wedstrijden gevist worden, vraag het dan eens aan een visser die ervaring heeft op dat water. In principe kun je wel stellen dat je met een allround voertje vaak al een heel eind op de goede weg bent.
Wil je gericht op een bepaalde vissoort vissen dan zijn daar ook voertjes genoeg voor. Wanneer je op de verpakking kijkt, staat hier al vaak op of het voor een vijver, kanaal of rivier is, voorn of brasem gericht, of een feedervoer voor het gebruik in je korf of de methodfeeder. Sommige soorten zijn ook prima met elkaar te mengen. Deze kant en klaar voeren kun je simpel klaarmaken door er (gedoseerd) water aan toe te voegen en te zeven.”
Hoe zit het met het gebruik van leem? Hoe en wanneer gebruik je dat en zijn er verschillen?
“Er zijn natuurlijk ook nog allerlei toevoegingen mogelijk voor je voer. Naast de vloeibare of poedervormige geur en smaakstoffen wordt het voer vaak ook gemengd met grond of leem. Grond is vrij licht en leem, kleigrond, is weer wat zwaarder. Hiermee kun je je voer schraler maken en verzwaren. Het gebruik van leem door je voer om je voer te verzwaren behoeft niet heel veel uitleg. Je wilt dat je ballen voer snel naar de bodem gaan en niet te snel door de stroming worden meegenomen. Het gebruik van leem of grond om je voer te verschralen is een andere kwestie. Lokvoer wordt gegeten door de vissen en vissen kunnen daardoor de eetlust voor je haakaas verliezen. Terwijl je haakaas eigenlijk het belangrijkste is, want daar vang je de vis mee. In de koudere maanden zijn vissen veel passiever en azen ze minder. Ze verbruiken ook veel minder energie dus hebben ook minder voedsel nodig. Dat zijn dan ook bij uitstek de maanden om je voer te verschralen met grond of leem, soms wel tot 80%.
Er zijn verschillende soorten leem te krijgen: droge leem, lichte leem, zware leem en grijze leem zijn de meest voorkomende soorten. Kort door de bocht genomen gebruik je grond en/of lichte leem op wateren die niet al te diep zijn of waar weinig tot geen stroming in het water is. Zware leem gebruik je vooral op wateren waar het dieper is en/of waar stroming staat. Droge leem wordt gebruikt om kleine muggenlarven (voer verse de vase) los te maken of als toevoeging om een wolkend voer te creëren. Grijze leem wordt ook wel plakleem genoemd en wordt gebruikt om je voerballen vaster te maken. Tevens kun je grijze leem gebruiken om met gewone leemballetjes met aas op je stek te brengen zonder dat je nog voer brengt. Combinaties van al deze soorten zijn natuurlijk mogelijk en hangen af van de omstandigheden.”
Hoe belangrijk is de bodemgesteldheid?
“Voel met een peilloodje ook altijd even op wat voor soort bodem je vist. Stilstaande wateren hebben nogal eens een zachte bodem waar te hard geknepen voerballen in weg kunnen zakken. Ook voerballen die met leem zijn gemengd en dus zwaarder zijn, kunnen gemakkelijk verdwijnen. In wateren waar stroming is zal de bodem vaak wat harder zijn omdat het slib van de bodem wegspoelt door de stroming. Varieer ook eens met het aanknijpen van de ballen. Wanneer je drie ballen voer in het water brengt waarvan er één hard is aangeknepen, één normaal en één heel zacht dan zullen deze ballen niet tegelijk openbreken. Hiermee zorg je voor voer op je stek zonder steeds een nieuwe bal te hoeven gooien of cuppen wat rust op je stek geeft. Dat kan bij moeilijkere omstandigheden soms heel goed werken om die paar vissen te vangen die je anders zou afschrikken.”
Heb je nog aanvullende tips?
“De belangrijkste zaken heb ik hierboven al benoemd. Maar het allerbelangrijkste is dat je je voergedrag aanpast aan de omstandigheden. Of je nou een wedstrijd of vrij vist. Kijk hoe de vis reageert op wat je doet. Probeer ritme en een regelmaat te vinden in de hoeveelheid en de frequentie van wat je voert.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Beet Magazine. Kijk voor nadere informatie over dit hengelsportmagazine op www.beet.nl.